• Welcome to Advance DreamBox Forum. Please login or sign up.
 

Tien jaar evolutie van hardwarevirtualisatie overhead

Started by arjanhs, October 14, 2009, 09:51:30 AM

Previous topic - Next topic

0 Members and 1 Guest are viewing this topic.

arjanhs

Michael Mullany heeft de ontwikkelingen ten aanzien van het terugdringen van de overhead op hardwarevirtualisatie in de laatste tien jaar op een rij gezet. Hij richt zich met name op de X86-markt – en daarbinnen op VMware – en slaat dus de vroege virtualisatie-versies van IBM over.

   1. In den beginne (1997) was er Disco, een research project van Stanford University. Toen werd al duidelijk dat hardwarevirtualisatie wel eens beter gebruik zou kunnen maken van multi-CPU systemen dan operating systemen. CPU-overhead kon echter makkelijk tot 36% oplopen.
   2. Disco was in 1998 de aanleiding om VMware op te richten en een jaar later VMware Workstation uit te brengen. Deze hosted type 2 hypervisor verbruikte met name nogal was CPU-tijd om netwerk I/O af te handelen.
   3. Deze I/O bottleneck werd voor een belangrijk deel opgelost door het elimineren van het onderliggende operating systeem. ESX was de eerste VMware bare-metal type 1 hypervisor die het CPU-verbruik voor netwerk I/O aanzienlijk terugschroefde. Tegelijkertijd werden GbE netwerken echter een factor 10 sneller en kon je nog steeds niet de volle netwerkcapaciteit gebruiken, omdat de CPU als bij 30% van de bandbreedte volliep.
   4. Vanuit de Xen hoek werd paravirtualisatie geïntroduceerd en VMware ging multi-CPU ondersteuning voor de guest operating systemen. De veelbelovende VT-technologie van Intel bracht voor VMware echter nog maar weinig verbeteringen.
   5. Meer virtualisatie-support in de hardware laat nu wel grote verbeteringen zien. Het gaat om AMD's Rapid Virtualization Indexing en Intel's Extended Page Tables. Verschillende vormen van I/O virtualisatie losten daarna nog een aantal I/O bottlenecks op.

Conclusie: alhoewel er nog zeker een kleine overhead is door het toepassen van virtualisatie zijn er weinig redenen om deze niet toe te passen in productie-omgevingen.